Stoppen met borstvoeding
Wil je volledig stoppen met borstvoeding, dan kan je best stap voor stap de borstvoeding afbouwen. Zo kunnen je lichaam en je baby rustig aan flesvoeding wennen.
Hoe stoppen met borstvoeding?
- Start door elke dag op een vast moment één borstvoeding te vervangen door een flesvoeding (of vaste voeding als je baby al vaste voeding eet). Je kan dat moment zelf kiezen, bijvoorbeeld op het moment waarop je baby het minst interesse toont in voeding of op een moment dat jou het minst goed uitkomt. Vaak wordt de vooravond gekozen als startmoment.
- Na 4 à 7 dagen is je melkproductie aangepast en kan je een volgende borstvoeding vervangen.
- De ochtendvoeding en avondvoeding zijn de laatste voedingen die je vervangt door een flesje of vast hapje. Enerzijds omdat je ’s nachts meestal meer melk aanmaakt, anderzijds omdat er voldoende tijd moet zitten tussen de verschillende voedingen. Borstvoeding is een kwestie van vraag en aanbod. Hoe minder borstvoeding je geeft, hoe minder moedermelk je aanmaakt. Je lichaam moet dus genoeg tijd krijgen om nieuwe melk te maken. Door tijdens het afbouwen de laatste twee borstvoedingen vlak na elkaar te geven, raakt je lichaam in de war en gaat het te veel melk aanmaken, waardoor de kans op stuwing stijgt.
Door geleidelijk aan af te bouwen, kunnen je borsten dus wennen aan de verminderde melkproductie en heb je minder kans op stuwing. Heb je wel last van pijnlijke, gespannen borsten? Vervang de volgende borstvoeding dan pas als de pijn verdwenen is. Intussen kan je de spanning verminderen door te kolven of een beetje melk uit je borsten te masseren.
Tip: Kolf tot je borsten weer soepel aanvoelen, niet tot alle melk eruit is. Als je je borsten telkens volledig leeg kolft, krijgt je lichaam geen signaal dat het minder melk moet aanmaken.
Doordat er steeds meer tijd ontstaat tussen de borstvoeding, neemt de moedermelkproductie snel af. Hoe snel is voor elke vrouw anders, maar hou er rekening mee dat wanneer er meer dan 3 uur tussen verschillende voedingen zit, de melkproductie soms heel snel kan stoppen. In het algemeen zijn twee à drie weken al voldoende om je melkproductie volledig te stoppen. Het is mogelijk dat je een aantal weken tot maanden nadien af en toe nog enkele druppeltjes melk verliest. Dat is niets om je zorgen over te maken, het stopt vanzelf.
Ben je toch nog niet klaar om volledig te stoppen met borstvoeding? Weet dat je op elk moment kan stoppen met afbouwen en gedeeltelijk verder borstvoeding kan geven. Omdat je nu minder vaak borstvoeding geeft en je misschien minder uitgeput bent, kan je er wellicht nog even dubbel zo hard van genieten!
Het is ook mogelijk om je melkproductie opnieuw te stimuleren (relactatie). Dat kan je doen door je baby heel vaak aan te leggen, tot zo’n 12 keer per dag. Eenmaal de melkproductie volledig is gestopt, wordt dat moeilijker.
Tips bij het overschakelen van borstvoeding naar flesvoeding
De overgang van borstvoeding naar flesvoeding gaat bij sommige kindjes heel vlot, bij anderen vraagt het iets meer geduld. Deze tips kunnen je helpen bij de overgang naar flesvoeding:
- Geef je baby af en toe al eens afgekolfde melk in een flesje als je nog borstvoeding geeft. Je kindje moet niet alleen wennen aan de smaak van flesvoeding, maar ook aan de fles zelf.
- Zet je comfortabel in een zetel of stoel en plaats een bankje onder je voeten. Leg je baby tegen je bovenbenen zodat hij je kan aankijken terwijl je de fles aanbiedt.
- Probeer eens een ander speentje : rubberen spenen zijn zachter dan siliconen spenen.
- Breng de speen op lichaamstemperatuur of dompel het even in de melk.
- Raak zachtjes de bovenlip van je baby aan met de speen, zoals dat ook bij borstvoeding gebeurt.
- Knijp een beetje in de speen om de melkstroom te stimuleren.
- Let op het gedrag van je baby. Alleen een ontspannen baby drinkt goed. Is hij overstuur, stop dan en troost je kindje eerst. Forceer niets; probeer het later als je baby terug ontspannen is nog eens opnieuw.
- Soms lukt het beter als je kindje grote honger heeft, terwijl een ander kindje net dan zal weigeren. Zoek voor jouw kindje het beste moment om met de fles te oefenen.
- Hou er rekening mee dat je je baby bij borstvoeding altijd op vraag hebt gevoed. Je kindje dronk tot nu toe altijd in kleine hoeveelheden, dus het is zeker normaal dat je in het begin vaker een klein flesje moet geven. Dat je baby maar een half flesje drinkt, betekent niet per se dat hij flesvoeding weigert, maar dat hij misschien al voldaan is omdat zijn maagje kleiner is. Nog even gewoon op vraag blijven voeden is zeker een goed idee.