Van borstvoeding tot groeimelk
Er zijn talloze mogelijkheden na borstvoeding: opvolgmelk, groeimelk, sojamelk, rijstmelk, notenmelk, paardenmelk… maar welke geef je eerst en wat is nu de beste keuze?
Een pasgeboren baby heeft niets anders nodig dan wat jij hem geeft: moedermelk. Veel vrouwen schakelen vanaf zes maanden over op opvolg- of tweedeleeftijdsmelk. En als je kleintje 1 jaar wordt, kan je overschakelen op groeimelk. Groeimelk is verrijkt met extra vitaminen en mineralen en vormt dus een goede aanvulling op de vaste voeding die je kindje krijgt.
Kan gewone koemelk ook?
Gewone koemelk geef je beter niet aan je kindje. Ze bevat enorm veel lactose en is daardoor moeilijk verteerbaar. Heel wat kleine kinderen kampen met melkallergie of lactose-intolerantie. Ook het eiwitgehalte is te hoog in gewone koemelk en dat verhoogt het risico op latere obesitas. Het ijzergehalte is dan weer laag, waardoor je kindje vatbaarder is voor infecties. Kies dus zeker voor opvolg- of groeimelk waarin deze verhoudingen zijn aangepast of ga voor een ander waardig alternatief voor koemelk.
Wat zijn dan die alternatieve melksoorten?
Er is keuze genoeg: geitenmelk, paardenmelk, notenmelk, rijstmelk, sojamelk, … Dit zijn perfecte alternatieven voor koemelk omdat al deze soorten verrijkt worden met calcium. Ook lokken ze geen allergie uit en zijn ze minder belastend voor de vertering. Beslis je om over te schakelen op een van deze vervangers voor koemelk, overleg dan even met je kinderarts wat de beste keuze is.
De juiste opvolgmelk voor elk
Welke opvolgmelk je kiest beslis je in samenspraak met je kinderarts en hangt af van de specifieke behoeften van je kleintje. Elke melk heeft zijn specifieke kenmerken. Zo is er melk met een kleine hoeveelheid eiwitten als aanvulling op moedermelk. Heeft je baby aanleg tot allergie? Dan kan de arts je aangepaste melk voorschrijven. En heeft je kindje last van oprispingen, dan bestaat er melk die verrijkt is met zetmeel.